Chronologische geschiedenis van het waterpolo
1910
Europa
België
Brussels SC zette orde op zaken en haalde zijn zesde titel.
De Belgische nationale ploeg 1910:
Jules Wuyts, Albert Durant, Jean Hoffmann, Victor Boin, Oscar
Grégoire, Félicien Courbet en Armand Deprez.
Het zevental Anseremme Sport Club de Belgique in 1910, met heel wat kleppers uit die tijd binnen de rangen: Meyboom, Wyngaard, Pletinckx, Segers, Donners, Gosse en Dupont. Meyboom, Pletinckx en Donners hadden deelgenomen aan de Olympiades van de jaren voordien
Koninklijke Brugse Zwemkring, een nieuwkomer in de Belgische competitie, die meteen ook uitpakte met een juniorenploeg.
Duitsland
De pioniers van het Duitse SV Altenburg.
Het eerste waterpoloteam van het Duitse Amateur Schwimm Club Duisburg: Anspach, Ludewig, Pohlig, Weidler en Schmidt.
Finland
Derde opeenvolgende titel voor Helsingfors Simsällskap in Finland, dank zij een 4-1 zege over Vaasan Uimaseura.
Frankrijk
In Frankrijk werd het nationaal kampioenschap voor de tweede keer op rij gewonnen door Enfants de Neptune de Tourcoing.
Marie Marvingt (1875-1963) was een Franse
atlete van wereldklasse. Uiteraard speelde ze ook waterpolo,
anders hadden we haar niet opgenomen in ons verslag. Maar
daarbuiten won ze ook heel wat prijzen in zwemmen, schermen,
schieten, schansspringen, schaatsen, bobslee, paardrijden,
gewichtheffen, boksen, worstelen, jiu-jitsu, judo, karate,
tennis, golf, biljarten, polo te paard, hockey, base-ball,
voetbal, hoogspringen, lopen, roeien, zeilen en
motorracen. Zij was de eerste vrouw die de meeste toppen van de
Franse en Zwitserse Alpen bedwong. In maart 1910 kreeg ze van de l'Académie Française des Sports een medaille 'voor
alle sporten', de enige keer dat die ooit werd
uitgereikt. Ze deed ook aan ballonvaren en wielrennen. In 1908
wilde ze meedingen aan de Ronde van Frankrijk, maar
werd ze niet toegelaten omdat het een mannenwedstrijd was. Zij
reed de etappes dan maar na de 'echte' rit en beëindigde de Tour,
en daarin lukten slechts dertig van de honderd mannelijke deelnemers. Op 5
november 1910 was zij de derde vrouw ter wereld die een
pilootbrevet kreeg uitgereikt. In 1914 vocht ze met het
Franse leger als 'mannelijke' infanterist, het jaar daarop
bombardeerde ze Duitsland als vrijwilligster. Op 80-jarige
leeftijd leerde ze nog een jet-helikopter besturen en vloog
ze met een Amerikaanse jet door de geluidsmuur. Met 34 medailles is ze
nog steeds de meest gelauwerde vrouw in
Frankrijk.
Het zevental van Montpellier dat in 1910 het kampioenschap van de Languedoc won.
Libellule de Paris in 1910, een Frans team met een enorme geschiedenis: Dubois, Laufray, Meister, Nez, Pernot, Peutat en Rigai. Ze wonnen de Franse titel in 1902, 1903, 1904, 1907 en 1924. Tijdens de Olympische Spelen van 1900 in Parijs veroverden ze brons.
Cercle Athletique de Paris in 1910: Verley, Andrieux, Rouxel, Beau, Rodier, Dubuz en G. Bilot.
Groot-Brittannië
Een sterk Cambridge geeft er Oxford van langs met 4-0.
Derde overwinning van Wigan SC in het ASA Club Senior Championship.
Hongarije
Ferencvárosi Torna Klub (FTC) uit Boedapest had zich blijkbaar versterkt en veroverde zijn eerste Hongaarse titel, in de finale moest Magyar Úszó Egyesület er met 6-1 aan geloven. In de daaropvolgende jaren werden FTC, gecoacht door Erno Speisegger (1884-1948) en MTK, gecoacht door Bela Komajadi (1882-1933) de toonaangevende clubs in Hongarije. FTC won op een toernooi in Dresden o.a. de koning van Saksen Trophy.
De ploeg: Pál Domonkos, Erno Liebner, Jeno Hégner-Tóth, János Wenk, Sándor Ádám, Gyula Járitz, Ferenc Klauschek, Nándor Nádas, Aladár Ádám en Erno Speisegger.
Nederland
In Nederland een tweede opeenvolgende titel voor Het Y Amsterdam
Nog maar eens een verslag van onze Noorderburen:
"In 1910 is het van hetzelfde laken een pak. De volgende Hollandsche ploeg trekt op 21 Augustus naar Antwerpen om met 8-1 de kous op den kop te krijgen: De B.R.B, had een Haarlemsch zevental uitgenoodigd. Het begin was prachtig. Het was afgesproken dat we 't netjes zouden doen en waarachtig, het ging ook vrij ordentelijk. Totdat een Haarlemmer, wiens sportiviteit boven allen twijfel verheven was, in de war raakte en in een scrimmage het hoofd van Uw dienaar aanzag voor den bal. Wat gebeuren kan. Nou ik zag sterretjes. Maar we hadden in ons zevental een reus, een beste, goedige vent, maar ongelooflijk pootig. Die zag de klap, werd giftig en stoof op den Haarlemmer af en daar had je 't lieve leven. Het werd een echt pleizierige knokpartij en het geachte publiek genoot. De zaak werd in de beste stemming afgedronken. Het was werkelijk maar een misverstand. Ja, ja, waarachtig. Maar ja, die polomenschen, dat waren toch halve wilden."
Oostenrijk
Wiener Schwimm-Club Austria won voor de zevende keer de Oostenrijkse titel.
Portugal
De eerste teams in Portugal werden tussen 1910 en 1912 opgericht en regionale kampioenschappen werden in 1917 voor het eerst georganiseerd in Porto. De eerste interland werd op 8 augustus 1926 gespeeld in Lissabon: Spanje versloeg Portugal met 2-1. De tweede interland ging pas negentien jaar later door, met een gelijkspel als eindresultaat.
Schotland
Opnieuw een bikkelhard duel tussen Paisley Amateurs en Inverness Amateurs in de Schotse bekerfinale, Paisley haalde zijn tweede beker na 4-1 winst.
Sovjet Unie
In de Sovjet-Unie duurde het een tijdje alvorens men tot de wereldtop behoorde. Waterpolo was er nochtans veel eerder begonnen als sommigen denken. De eerste wedstrijd tussen Sint-Petersburg en Moskou werd reeds in 1910 gespeeld, maar de Sovjet-Unie startte pas officieel toen Moskou in 1925 in het eerste nationale kampioenschap 2-2 gelijkspeelde tegen Leningrad. Otto Shimanasky schreef het eerste Russische boek over waterpolo in 1914 en jaren later deed ook dokter Andrei Kistiakovsky van de Moscow State University zijn duit in het zakje. In 1923 werden de FINA regels aanvaard en in 1928 werd waterpolo een onderdeel van de eerste Spartakaide. Het was pas in 1952 dat de Sovjets naar de Olympische Spelen trokken. Vanaf dan maakten ze echter enorm snel grote vooruitgang. Het eerste nationale kampioenschap in 1925 werd door Moskou gewonnen van Leningrad.
Spanje
Club Natacion Barcelona, dat op 11 september 1910 een wedstrijd speelde tegen de ploeg van het Engelse slagschip HMS Russell. De Engelsen wonnen de partij met 6-0. In die tijd was het de gewoonte dat de bemanning van slagschepen ook een waterpoloteam had.
De ploeg: Rabe (scheidsrechter), Van der Heyden, Pere Picornell, Kleebatt (official), Nestor Lujan, Middelmann. Zittend: Carles Grannicher, Manuel Fernandea en Gaston Guiraud.
Amerika
Canada
Het Canadese McGill University waterpoloclub Montreal in 1910.
Verenigde Staten
Vierde titel in de Verenigde Staten voor Chicago Athletic Association.
In de USA bleef waterpolo 'American Style' echter zeer populair, in zoverre dat er in 1910 zelfs kleurrijke spelerskaarten werden meegeleverd met sigarettenpakjes, waarop de meest gerenommeerde spelers stonden afgebeeld samen met hun curriculum en prestaties.
Joe Ruddy Sr. (1878-1962), de legendarische zwemmer en waterpolospeler van New York Athletic Club, die in 1904 met zijn team goud veroverde op de Olympische Spelen van St. Louis in waterpolo en 4 x 50m vrije slag.
Lou E. Manley, zwemmer en waterpolospeler van de New York Athletic Club.
Conrad Trubenbach (1882-1961), eveneens een zwemmer en waterpolospeler van de New York Athletic Club.
Ook de publiciteit deed haar intrede in het waterpolowereldje. Bovenstaande aankondiging prijst de Spalding waterpoloballen aan die te koop waren voor $ 2.50 en een boekje met reglementen werd verkocht voor 7 cent.
Deze
reclame voor caps doet toch even glimlachen? Ze werden verkocht aan $
1.00 het stuk en zorgden er volgens de publiciteit voor dat men de
spelers van beide teams van elkaar kon onderscheiden. Blijkbaar had men
daarover nog niet nagedacht.
Een artikel uit de New York Tribune van 24 januari 1910 over de opening van het voor die tijd prachtige zwembad van de Yale University, de bouw werd volledig gesponsord door de schatrijke Andrew Carnegie (1835-1919) en uiteraard werd het bad daarom ook de 'Carnegy pool' genoemd.
Eén maand later de eerst polowedstrijd tussen Yale en Pennsylvania. De uitslag bleef echter onbekend
De ploeg van YALE University: Harper, Howe , Princel, Gordy, Church en
Richards.
Een verslag uit de New York Times van 30-11-1910:
Het indoor zwemseizoen 1910-11 werd vorige nacht in de binnenbaden van West Sixtieth Street van New York geopend met een zwemmeeting van de Deal Beach Swimming Club. Een menigte van 1000 personen, waaronder 400 vrouwen, kwam naar deze opening. Het hoogtepunt van deze avond was de waterpolowedstrijd tussen het team van New York AC en het zestal samengesteld uit afgestudeerde en huidige studenten van de Colombia University, die met 10-0 gewonnen werd door de jongens van New York AC. Het All-Star team bewees geen partij te zijn voor New York AC en werd op elk gebied overklast. Hendley en Goodwin van NYAC speelden schitterend waterpolo, elk scoorden ze driemaal. Ruddy en Trubenbach speelden eveneens een goede partij en scoorden elk tweemaal. Het spel werd gespeeld volgens de Amerikaanse regels.
Young Men's Christian Asociation (YMCA) in 1910 kampioen van Southern California: E. Peckham, C.K. Steele, J. Pumpheys, Marcus Lee, Ward William, Tom Howlett, H.Blades, Harrell Harrell, W.M. Barker, E.B. Davison en E. Becker.
'How to play water polo', het boek van Louis de Breda Handley (1874-1956), de
legendarische speler van de Knickerbocker Athletic Club en de New York
Athletic Club, dat in 1910 gepubliceerd werd door Spalding’s Athletic
Library, New York. Het boek werd rijkelijk geïllustreerd met foto’s en
legt de spelregels en –fases uit van de ruwe Amerikaanse waterpolostijl.
Louis de Breda Handley (1874-1956) was een van de pioniers van de Amerikaanse waterpolo en zwemmen. Geboren in Rome emigreerde hij in 1896 naar New York waar hij eerst lid werd van de Knickerbocker Atheltic Club en later aansloot bij de New York Athletic Club, waar hij met succes deelnam aan football, waterpolo, zeilen en zwemmen. Op de Olympische Spelen van St-Louis in 1904 won hij met de Amerikaanse ploeg gouden medailles in waterpolo en de 4 x 50 yards slag. Later werd hij ook trainer van de Amerikaanse zwemploeg en leidde hij Ethelda Bleibtrey (1902-1978) naar drie gouden medailles op de Olympische Spelen van Antwerpen in 1920 en coachte hij ook Gertrude Ederle (1905-2003) de eerste vrouw die in 1926 het Engelse Kanaal overstak.
Het begin van een spel. De spelers staan opgesteld in afwachting van de scheidsrechter fluit.
Een
goede tackle, waarbij getoond wordt hoe men de bal uit het bereik van
de tegenstander moet houden en ‘een HOPLESS NECK HOLD, waarbij getoond
wordt hoe men de bal van een voorspeler kan afsnoepen
Hoe een tackle kan vermeden worden.
Hoe men een doelpunt moet scoren
De
bovenste foto toont hoe men via de rug van een ploegmaat een doelpunt
kan scoren, de onderste geeft weer hoe men een tackle kan afbreken.
Hoe een tackle vermeden wordt.
Afrika
Zuid-Afrika
De Currie Cup veranderde opnieuw van eigenaar, twee jaar na de vorige een nieuwe Zuidafrikaanse titel voor Transvaal.
Tekening uit een Zuid-Afrikaanse krant van 1910, die een wedstrijd uit de 'Currie Cup' afbeeldde met als onderschrift:
"Het Natal Water Polo team klopt East London met 3-1, Robertson scoort het enige doelpunt voor E. London”.
Australië
Nieuw-Zeeland
Een van de meest gerenommeerde spelers uit de beginjaren van het Nieuwzeelandse waterpolo was de in Engeland geboren Luitenant-generaal Bernard Cyril Freyberg, 1st Baron Freyberg (1889-1963). In 1910 sloot hij zich aan bij het team van Auckland. Later werd hij tot zevende gouverneur-generaal van Nieuw-Zeeland benoemd. Hij was ook een sterk zwemmer die in 1906 en 1910 kampioen 100m vrije slag werd.
Azië
Turkije
In Turkije werd in 1910 de eerste waterpoloploeg Galatsaray Istambuls gevormd, ze bestond uitsluitend uit studenten van de lokale Universiteit.