Chronologische geschiedenis waterpolo
1870
Volgens de Schotse zwemhistoricus Peter Bilsborough (1951-) speelde Schotland een grote rol in de ontwikkeling van het moderne waterpolo. Leden van de Bon Accord Swimming Club beoefenden in 1870 een spel dat ze 'aquatic football' noemden. De spelers zaten in het water en moesten de bal met de voeten spelen, wat uiteraard moeilijk was. De London Swimming Association legde de regels vast.
1874
Britse tijdschriften beschreven diverse balspelen met kano op het einde van de 19de eeuw. “Punch, or the London Charivarl” publiceerde een houtsnede getiteld ‘Polo on the Sea’. De afbeelding toonde mannen en vrouwen in een badkostuum dat het lichaam volledig bedekt, staande op een vlakke boot met dubbele romp, met een peddel vechtend voor de bal.
1875
Er werden heel wat pogingen ondernomen om het waterpolo te standaardiseren, maar meestal was dat een poging van enkele zwemmers en in vele gevallen waren er per ploeg slechts drie spelers in het water die dan een soort van water baseball speelden.
1876
De eerste genoteerde rapportering van het nieuwe 'Aquatic Football' was een wedstrijd van de Bournemouth Premier Rowing Club op 13 juli 1876 in open zee. De club speelde ook een belangrijke rol in het populariseren en sneller maken van deze nieuwe sport. Zo bepaalde ze dat het speelveld 50 yards (ongeveer 46 meter) moest zijn, dat er aan beide kanten zeven spelers mochten meedoen en dat één scheidsrechter en twee grensrechters de partij moesten leiden. Er waren wel nog geen doelen. Beide ploegen trachtten de bal tussen twee vlaggen op het ponton van de tegenstander te krijgen.
Het loont de moeite de namen van deze pioniers even te vermelden voor het nageslacht: O.C. Mootham, W.J. en E. Worth, F.T. Cutler, H. Nash, H. en J. Harvey en A. Nethercoate.
's Anderendaags drukte een persartikel uit die tijd er zijn verwondering over uit dat de spelers nog altijd correct gekleed waren nadat ze aan land werden getrokken. Moet er dus aardig ruw aan toe zijn gegaan. Wel noteerde men één slachtoffer, de gummi bal overleefde de wedstrijd niet en spatte uiteen. Het belette de spelers echter niet om het spel tot op het einde uit te spelen.
William Wilson
De Engelse sportjournalist en oud-waterpolospeler Kelvin Juba (1952-) vermeldt de Schot William Wilson (1844-1912) als uitvinder van het 'handbal in water'. In 1876 vroeg zwemvereniging Aberdeen hem om regels te bepalen voor een balspel in het water. Dat jaar nog stelde de 'London Swimming Association', de voorganger van de huidige 'Amateur Swimming Association', een comité aan dat de spelregels moest vastleggen. In totaal werden er elf bepaald, waaronder als meest opvallende:
Een spelduur van 20 minuten.
De bal mocht zowel onder als boven water worden meegenomen.
Een speler die niet in het bezit van de bal was mocht niet worden aangevallen, zoniet werd vanop die plaats een vrijworp genomen.
Brutale kracht was toegestaan, evenals het onderhouden van een tegenstander in balbezit.
De bal mocht onder de zwemkledij verborgen worden.
Een doelpunt was geldig als de bal met beide handen op de boot of het ponton werd geplaatst.
De keeper stond op het droge en mocht bovenop zijn tegenstrevers springen.
William Wilson wordt dan ook als de vader van het waterpolo beschouwd. Hij was niet alleen een bekend journalist, maar ook zwemcoach. In 1883 publiceerde hij 'The Swimming Instructor', één van de eerste boeken over zwemmen, waarin hij de moderne concepten beschreef van de schoolslag, de training, de keerpunten tijdens een wedstrijd en zelfs de veiligheid van het water. Wilson sprak ook als eerste over gesloten zwembaden, waarvan het dak tijdens de zomermaanden geopend kon worden.
1877
In 1877 werd tijdens het 'Bon Accord Festival' in het Schotse Aberdeen de eerste wedstrijd gespeeld volgens de door Wilson opgestelde reglementen. Plaats van het gebeuren waren de oevers van de rivier Dee. Er werden over een afstand van acht tot tien voet vlaggen gepland en de spelers gebruikten de zachte bal uit Indisch rubber, 'pulu' genoemd. Van start tot finish was het spel een regelrechte worstelpartij, maar de kijkers genoten ervan. Later dat jaar speelden de Victoria Baths en West Scotland een partij tijdens de opening van de Victoria Baths. De spelregels werden herzien en in oktober was er twee opeenvolgende nachten een wedstrijd tussen West Scotland en Paisley Baths. West Scotland won de eerste met 1-0, de dag nadien zegevierde Paisley met dezelfde cijfers.
1878
Een affiche met aankondiging van 'Brighton's West Pier, Aquatic Entertainment' op zaterdag 6 juli 1878.
Als slot wordt er tussen "Brighton" en "Brighton Swimming Club" een "Aquatic Polo Match" gespeeld, met aan elke kant vijf spelers. De winnaars krijgen elk één fles Sherry. De boten liggen 50 yards uit elkaar met de beste twee goals uit drie als winnaar. Geen inkomgeld……."
1879
De wedstrijden waren voorbeelden van brute kracht en worstelen in het water. Passeren en dribbelen kwamen nauwelijks voor en de spelers deden er ook geen moeite voor. Alles gebeurde op zeer individuele basis. Iedere speler dacht enkel aan zichzelf, hield nooit de hem toegewezen positie en probeerde zoveel mogelijk doelpunten te scoren. Eén van de favoriete trucks was om de rubberen bal onder het badpak te verstoppen, onder water te duiken om dan zo dicht mogelijk bij de goal terug boven water te verschijnen. 'Verschijnen' is hierbij het juiste woord, want er bestonden nog geen filtersystemen en het water was dikwijls een donker moeras van vuiligheid. Die vorm van scoren had echter nadelen, gezien de keeper op de kant mocht staan en het doel op zijn manier verdedigde. Kwam de aanvaller te dicht bij de goal werd hij prompt besprongen door de keeper. Er wordt zelfs verteld dat de grote, kolossale goalie Colin Lown beelden van deze eerste wedstrijden bestudeerde en zijn techniek hierop baseerde. Zijn motto luidde:
"Kom op eigen risico in de buurt van mijn kooi."
Voetbaldoelen werden geïntroduceerd. Het aantal spelers werd van drie naar negen verhoogd. Maar nog steeds geen standaard afmetingen voor het speelveld.