Chronologische geschiedenis waterpolo

1930

Europa

België


In 1930 kroonde de Antwerpse ZC zich voor de vijfde keer tot Belgisch kampioen.

AZC organiseerde ook een internationaal waterpolotornooi waaraan de ploegen uit Duitsland, Nederland en Hongarije deelnamen. Tegen Duitsland werd een 2-1 overwinning uit de brand gesleept, tegen de Hongaarse wereldkampioen werd eervol met 2-4 verloren.


Belgische ploeg: Bauwens, Gerard Blitz, Brandeleer, Coppieters, De Pauw, Malissart en Stoelen.

Duitse ploeg: Amann, Benecke, Cortes, Gunst, Eric Rademechers, Schulze en Schürg


Hongaarse ploeg: Brody, Halasy, Hommonay, Ivady, Kesrlu, Nemeth en Vertessy.

De ploegen schoten in België als paddenstoelen uit de grond. Op de foto het zevental van Cercle Royal de Natation de Spa. In de buurt van de latere Oostkantons waren heel wat ploegen met teams uit Eupen, Verviers, Theux, Enisval en Mary Andrimont.

Denemarken

De Deense titel werd voor de derde keer door GSF Hermes København gewonnen.

Duitsland

Vijfde Duitse titel voor SC Hellas Magdeburg.

De kampioenen"Acki" Rademacher, Karl-Heinz Protze, "Ete" Rademacher, Otto Cordes, Max Amann, Emil Benecke en Albert Schumburg

Het boek 'Wasserballspiel in Bildern und Merkworten' van Paul Kellner (1896-1972) in Duitsland uitgegeven door Koehler and Volckmar, Stuttgarter Sportbücher. Paul Kellner won in 1912 op de Olympische Spelen van Stockholm het brons in de 100m rugslag, na de Amerikaan Harry Hebner (1891-1968) en de Duitse kampioen Otto Fahr (1892-1969), die op dat ogenblik de wereldrecords van de beide rugslagnummers hield. Na zijn sportieve carrière werd Kellner in Berlijn leraar aan de Deutschen Hochschule für Leibesübungen.

Waterpolo werd alsmaar populairder, er werden zelfs behendigheidspelletjes voor kinderen gemaakt.

Finland

In Finland haalde Helsingin Uimarit zijn vierde titel, dit keer moest de ploeg er wel om vechten. In de finale versloeg ze Helsingfors Simsällskap met 3-2.

Frankrijk

Eenentwintigste kampioenstitel in Frankrijk voor Enfants de Neptune de Tourcoing.

 

De Franse Zwemfederatie publiceerde in 1930 het boek 'La Natation Sportive et Éducative. Le Water-Polo. Guide Indispensable a tous les nageur et aux débutants', uitgegeven door Roger Leveillard. Het voorwoord ervan werd geschreven door de legendarische Franse waterpolospeler Henri Padou (1898-1981).

Griekenland

Een derde Griekse titel voor Athlitikos Syllogos Aris uit Thessaloniki.

De kampioenen: Stelios Dimitriou, Dimitrios Sarris, Pavlos Zombos, Ioannis Varsamis, Fotis Zografos, Agisilaos Zografos en Efthymios Efthymiou.

Groot-Brittannië

Derde opeenvolgende titel van Plaistow United SC in het ASA Club Senior Championship.

Het waterpoloteam van HMS Vanquisher van de Royal Navy. De mijnenveger werd in 1918 gebouwd en in 1947 uit de vaart genomen.

Cambridge - Oxford: 2-1.

 

Captain D.A.C. Shephard publiceerde het boek 'The game and the rules explained', dat in Groot Brittannië werd uitgegeven door Chapman and Hall Ltd. De voorpagina is een foto genomen tijdens de finale van de Olympische Spelen van Amsterdam in 1928. Op het ogenblik van de publicatie was Shephard kapitein bij de Engelse Navy, maar in 1948 ging hij op pensioen als kolonel. Met een chrono van 71 seconden kroonde hij zich bij zijn club Hampshire tot kampioen 100 yards vrije slag.

Hongarije


Na de bekerwinst van het jaar voordien nu een eerste titel voor Újpesti TE Budapesti, dat met gelijke punten eindigde met Magyar Atlétikai Club (MAC) Budapest maar dat met 65-15 tegenover 42-11 een beter doelsaldo kon voorleggen. De competitie werd nog steeds met negen ploegen gespeeld. Er waren ook twee tweede divisies van zes en vijf ploegen. De winnaar van ieder reeks speelde de finale en die werd door Nemzeti SC met 6-5 gewonnen van Pécsi AC.

De kampioenen: Zoltán Kiss, Miklós László, Imre Köves, Olivér Halasy, Antal Barna, János Németh, Mihály Bozsi en István Barta.

Derde beker voor III. Kerületi Torna és Vívó Egylet" TVE, Budapest, na een 5-3 zege over Magyar Atlétikai Club (MAC) Budapest in de finale.

Het eerste grote Europese indoor bad, gebouwd op het Margiteiland in Boedapest

Het bad werd ontworpen door architect Alfred Hajos (1875-1955), die op de Spelen van 1896 de allereerste olympisch kampioen werd op zowel 100m vrije slag (tijd 1.22,2) als 1.200m vrije slag (18.22,2). Normaal gezien had hij ook de 500m vrije slag betwist, maar omdat het nummer meteen na de 100 en vlak voor de 1200m vrije slag werd gezwommen, zag hij af van deelname. Hajós, alias Arnold Guttmann, ontving in 1924 een zilveren medaille voor een architectuurwedstrijd die gelijktijdig met de Olympische Spelen van Parijs gehouden werd. Hij was een veelzijdig atleet, in 1898 won hij in eigen land de nationale titels atletiek op 100m, 400m horden en discuswerpen en in 1901, 1902 en 1903 verdedigde hij de kleuren van de Hongaarse nationale voetbalploeg als aanvaller. Nadat zijn vader in de Donau was verdronken, besliste hij op 13-jarige leeftijd dat hij een uitstekende zwemmer zou worden en veranderde hij voor zijn sportcarrière zijn naam Arnold Gutmann in Hajós (het Hongaars voor zeeman). Op de Spelen van 1896 werden de zwemwedstrijden in extreme weersomstandigheden gehouden in de Zeabaai van de Middellandse Zee. De watertemperatuur was rond de 10°C en er moest opgetornd worden tegen vier meter hoge golven. Voor de start van de 1.200m smeerde hij zijn lichaam in met een centimeters dikke laag vet, wat echter weinig bescherming bood voor de ijzige kou. Na zijn overwinning gaf hij toe: "mijn wil om te overleven overwon mijn verlangen om te winnen". Toen de kroonprins van Griekenland hem tijdens de feestmaaltijd vroeg waar hij had leren zwemmen, antwoordde hij: "in het water". In Athene was hij met zijn 21 jaar de jongste Olympisch kampioen. Voor deze Spelen had Hajós zich in 1895 en 1896 ook al tot Europees kampioen 100m vrije slag gekroond, al was dat toen nog een officieuze titel.

Het bad was 33 x 18 meter groot en had een capaciteit van 2.600 toeschouwers, waarvan 1.300 zitplaatsen, de foto toont de massa volk tijdens de openingsplechtigheid.

Ierland

Vierde Ierse beker voor Clonard Waterpolo Club.

Italië

Andrea Doria Genova voor de zevende keer Italiaans kampioen. Andrea Doria was een van de beste ploegen uit de beginjaren van de Italiaanse competitie en haalde zeven maal de nationale titel.

Finale van het Italiaans kampioenschap tussen Rari Nantes Florentia en Andrea Doria, door dit laatste team met 5-0 gewonnen. Plaats van het gebeuren was de porticciulo degli Abruzzi in Genua. Meteen ook de zesde van zeven titels voor het legendarische team van Andrea Doria (1921, 1922, 1925, 1926, 1927, 1930 en 1931). Napoli haalde brons na de 3-2 tegen Triestina.

Joegoslavië

Zesde Joegoslavische titel op rij voor Jug Dubrovnik.

De pioniers van Vaterpolo Kluba Senta uit Joegoslavië.

De ploeg: Ištvan Tolmaci, Deže Hever, Lajoš Cincak, Geza Buranj, Elemer Jambor, Ištvan Tripolski, Geza Tolmaci, Karolj Kelemen, Tibor Tot Abonji, Imre Gale, Janoš Horti, Laslo Zentai, Bela Strilic, Aladar Brukner, Geza Detvai en Antal Homolja.

Montenegro

 

In Montenegro werden duels betwist tussen de ploegen van PVK Primorac Kotor en Jadran Hercegnovi.

Nederland

Twintigste kampioenstitel voor Het Y Amsterdam in Nederland.

Derde titel op rij voor de vrouwenploeg van HZ Zian.

In Nederland ontstond een duidelijk onderscheid tussen zomer-en winterverenigingen, vooral na 1930 toen het Sportfondsenbad project tot stand kwam.

Een Nederlands artikel uit de jaren '30 dat we u zeker niet willen onthouden:

"Feitelijk is waterpolo niet voor dames geschikt, ofschoon de Nederlandsche dames, die aan waterpolo doen, tot de beste speelsters ter wereld behooren. Dat neemt echter niet weg, dat het waterpolo voor dames over de geheele wereld veel minder beoefend wordt, in vergelijking met heeren. Verschillende medici verklaren zich uitdrukkelijk tegen beoefening van waterpolo door dames en meisjes."

Oostenrijk

Achttiende Oostenrijkse titel voor WAC Wiener Athletiksport Club

Polen

Derde tlandstitel op rij voor ZKS Maccabi Cracow.

Roemenië

De partij tussen de studenten van Universitatea Cluj en TCR Boekarest eindigde op 12-1, waarmee hun eerste titel van het jaar voordien verlengd werd.

Schotland

Na de reguliere speeltijd stond er 3-3 op het scorebord in de Schotse bekerfinale tussen Warrender en Victoria Baths. Warrender lukte in de verlengingen het beslissende doelpunt en won dus met 4-3.

Spanje

Zesde opeenvolgend kroontje voor Club Natacion Barcelona in Spanje.

Tsjechoslowakije

Vijfde nationale titel voor APK Praha.

Zwitserland

Tweede en laatste kampioenschap voor SC Romanshorn in Zwitserland.

Met deze knappe poster werd het kampioenschap aangekondigd

Amerika

Argentinië

Club Regatas de Santa Fe, 'the untouchables' kroonden zich tot Argentijns kampioen.

De kampioenen: Samatan, Anibal C.Filiberti, Juan D. Escobar Cello, René Giménez Funes, Gomez Iriondo, Angel D. Bonomo en Juan B. Oliveres.

De pioniers van het Argentijnse Club de Natacion de Parana

Brazilië

Zeven jaar na de vorige een vierde Braziliaanse titel voor Guanabara uit Botafogo.

Canada

De pioniers van Queen’s University.

Het team: Wallace Berry, Jack Bie, Dave Duncan, Jack Grant,  Roy McMichael, William Brass, George Clement, Harry Jones, Bruce McIver, Gerry Hamilton en W. Gary.

Panama

Het team van Fort Amador uit Panama, winnaars van het kampioenschap van de zuidelijke kanaalzone. Fort Amador was een Amerikaanse legerbasis die het zuidelijk deel van het Panamakanaal en de baai van Panama verdedigde.

Uruguay


Club Neptuno de Montevideo, in 1930 kampioen van Uruguay

Verenigde Staten

Dertiende kampioenenbal voor New York Athletic Club in de Verenigde Staten.

In februari 1930 kondigde het Faculty Committee on Athletics van de Amerikaanse Princeton University aan dat 19 van de 23 leden van de Universitaire waterpoloploeg en veertien van de zeventien eerstejaars oorkwetsuren en/of neus-, keel-, oorinfecties hadden opgelopen en dat er voor de rest van het seizoen geen waterpolo meer zou gespeeld worden. Op aanbeveling van de medische staf besliste het comité later om de sport aan de Universiteit zelfs helemaal te schrappen. Nochtans werd waterpolo tussen 1907 en 1930 in Princeton voor volle tribunes gespeeld. De ruwe soort van de sport, waarin veel mocht. In 23 seizoenen kroonde Princeton zich onder leiding van Frank Sullivan (1880-1944) tienmaal tot kampioen: van 1912 tot 1917, in 1919 en van 1921 tot 1923. In al die jaren verloor het niet één wedstrijd. Het team van 1916 was zo sterk dat de tegenstanders gedurende het hele seizoen slechts 12 punten scoorden, terwijl Princeton er zelf 335 liet noteren en daarvan nam Herbert W. Warden Jr er 230 voor zijn rekening.

Louis Kahanamoku (1902-1966) broer van de legendarische Duke Kahanamoku (1890-1968) introduceerde in 1930 het 'surfpolo', een variant van het gewone waterpolo maar gespeeld op surfboards.

Tussen 1930 en 1940 kende de sport heel wat meeval op de Waikikistranden in Hawaii en momenteel wordt ze nog steeds beoefend.

Australië

Nieuw Zeeland

Het nationaal team van Nieuw-Zeeland.

De ploeg: M.A Hunt, J.B. Doak, W.T. Springford, J.E. Salisbury, A.J. Kingsland, E.L. Foster en A.W. Wesney

Waterpolo en kunst

Waterpolo bleef bijzonder populair, getuige hiervan de onderstaande 'kunstwerkjes'

In een tabaksdoos zat een mooie waterpolotekening

Italiaanse lithografische kaart van 'Liebig producten'

 
Duitse lithografische kaart


 
Kaart meegeleverd met de producten van 'Chocolates Nestle'


 
Spaanse kaart uit 'Collection Siloline ROCHE - Los Sports'


 
Deksel van een tinnen Italiaanse koekjesdoos

Zijkant van een tinnen Franse koekjesdoos.

 

Een postkaart uit Nederland.





<< 1929
>> 1931